dinsdag 2 november 2010

Oordelen of niet oordelen

In het Socratisch Lokaal brengt een leerkracht een voorval in dat hij als volgt beschrijft:
“Toen ik een collega vroeg wat ze had gevonden van de presentatie van werk die ik met een aantal kinderen had gegeven en zij zei: "Zoiets heeft veel meer voorbereiding nodig", merkte ik dat de betekenis die we hechtten aan het laten zien en bespreken van werk verschilde. Ik vond het opmerkelijk dat ik dat niet had verwacht.”
Even later kiest hij in een nadere precisering van deze beschrijving voor andere woorden: “Ik merkte dat we er verschillend over dachten” en nog weer later formuleert hij als volgt: “Ik merkte dat we er verschillende verwachtingen van hadden.”

Een empathische gesprekspartner zou al deze verschillende bewoordingen voor lief nemen, maar de socratische, niet-empathische bevrager zoemt daar - in dienst van het onderzoek - juist op in: Is “betekenis hechten aan” hetzelfde als “denken over” of  “verwachtingen hebben van”? Hoe zie je dat precies? Wat was hier aan de hand? Welke bewoording kies je? Pas als je daarin een standpunt inneemt en zegt: ik kies voor die bewoording, dit is de bewering die ik doe, pas dan kun je een volgende stap zetten in het onderzoek.

Overigens valt het op dat de inbrenger van deze casus probeert niet te oordelen. Hij zegt het opmerkelijk te vinden, maar spreekt geen oordeel uit. Echter, waar het de bevrager in de beginfase van een onderzoeksgesprek geboden is zijn oordeel op te schorten, wordt van de inbrenger van het voorval juist verlangd een oordeel uit te spreken. Doe eens een bewering, trek eens de consequentie uit de ervaring die je beschrijft. Welke aanname zit er in de beschrijving van jouw ervaring verborgen?

Bijvoorbeeld:
“Om goed samen te kunnen werken moet je dezelfde betekenis hechten aan het laten zien en bespreken van werk.”
of
“Om goed samen te kunnen werken moet je dezelfde verwachtingen hebben van het laten zien en bespreken van werk.”
of
“Om goed samen te kunnen werken moet je hetzelfde denken over het laten zien en bespreken van werk.”

En hoe denk jij zelf over het laten zien en bespreken van werk? Welke betekenis hecht jij daaraan? Welke verwachtingen heb jij daarvan? Pas als je een bewering doet, ligt er iets op tafel dat je samen nader kunt onderzoeken. Beide attitudes - oordelen en niet-oordelen - hebben hun helder onderscheiden plaats en tijd in een onderzoeksgesprek.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten